Af en toe gaat er niets boven een klassieke appeltaart. Een taart met veel appel, een snufje kaneel en niet te veel exotische toevoegingen. Dit recept voldoet daaraan op één ding na: de amandelspijs. De amandelspijs geeft de taart wat extra luxe en zoetigheid. Het deeg is namelijk niet zo zoet en door de appels gaat geen suiker. Dus de taart kan best iets extra’s gebruiken.

Ik vind appeltaart lauwwarm het lekkerst. Daarbij kan ik sowieso altijd moeilijk wachten tot iets helemaal is afgekoeld. #veelteongeduldig

Ingrediënten:
| bereidingstijd 30 minuten + 1 uur in de oven | 8 – 10 punten |
• 300 g bloem • 75 g fijne kristalsuiker • 200 g koude boter, in blokjes • snufje zout • 1 ei • 150 g amandelspijs • 1 kilo stevige appels (bijv. elstar of jonagold) • 100 g rozijnen • 1,5 el custard • 50 g geschaafde amandelen • snuf kaneel 
• 3 el abrikozenjam

Bereiding:

Doe de bloem, suiker, snufje zout en blokjes boter in een kom. Wrijf met je vingertoppen de boter door de bloem tot een kruimelig mengsel. Klop het ei los en voeg 3/4 ei toe aan het deeg. Kneed het geheel snel tot een samenhangend deeg.

Druk 3/4 van het deeg uit in een beboterde springvorm. Zet de springvorm en het overgebleven deeg in de koelkast.

Verwarm de oven voor op 175°C. Schil de appels en snijd ze in stukjes. Meng de appel met de rozijnen, custard, kaneel en de geschaafde amandelen.

Prak de amandelspijs los en verdeel over de taartbodem. Verdeel de appel over de amandelspijs. Rol het resterende deeg uit en snijd in lange repen. Leg de repen deeg in een ruitvorm over het deeg en druk ze aan de randen vast. Bestrijk met het overgebleven ei.

Bak de taart minimaal 1 uur. Haal de taart uit de oven en bestrijk met de abrikozenjam. Laat de taart 10 minuten afkoelen en verwijder de rand van de springvorm. Laat de taart verder afkoelen. Serveer eventueel met slagroom.

Gebaseerd op een recept uit ‘Van piepers tot pasta’