Butterscotch-pecankoekjes

Taart en ander zoet 2 comments

Een regenachtige zaterdag vraagt om ‘koekjes bakken’. Maar ja, wat voor koekjes dan? Er zijn honderden koekjesrecepten te vinden. Met pure chocolade, witte chocolade, hazelnoten, walnoten, amandelen, pecannoten, bruine suiker, lichtbruine suiker, witte basterdsuiker, zandkoekjes, boterkoekjes, speculaas of kokosmacronen. En zo kan ik nog wel even doorgaan. Uiteindelijk is mijn keuze gevallen op de butterscotch-pecankoekjes van de website van Martha Stewart (Je kunt hier ook een filmpje zien, hoe je de koekjes moet maken). Dunne knapperige koekjes met stukjes noot en butterscotch smaak (room, boter en bruine suiker). Lekker!

butterschotch-pecankoekjes


Het recept vraagt om baksoda of te wel natriumbicarbonaat. Dit is ook te verkrijgen onder de naam zuiveringzout. Ze verkopen het o.a. bij de Gezond & Wel winkels of bij de toko. Waarschijnlijk kun je ook bakpoeder gebruiken.

Ik was per ongeluk vergeten om de vanille aan het beslag toe te voegen. Bij de vierde portie koekjes dacht ik er ineens aan. Dus toen heb ik nog wat vanille aan het beslag toegevoegd. Imke en ik zijn na een uitgebreide koekjesproeftest tot de conclusie gekomen dat zonder vanille toch lekkerder is.

Ingrediënten:
| bereidingstijd 20 min | baktijd 12 minuten | 40 koekjes |
• 200 g boter • 200 g bruine suiker • 2 el melkpoeder (• 1 el vanille-extract) • 1 ei • 220 g bloem • 1/2 tl baksoda (natriumbicarbonaat) • snuf zout • 125 g pecannoten

Bereiding:

Verwarm de oven voor op 200°C. Bekleed twee bakblikken met bakpapier – ik heb de koekjes in vier porties gebakken op één bakblik.  Hak de pecannoten fijn in de keukenmachine of met de staafmixer.

Klop de boter en de suiker tot een romig mengsel (je kunt een handmixer gebruiken of een keukenmachine). Voeg het ei, de melkpoeder en het vanille-extract toe en mix alles door elkaar.

Voeg de bloem, zout en baksoda al roerend aan het mengsel toe. Schep tot slot met een spatel de pecannoten door het beslag.

Schep opgehoopte theelepels beslag op het bakplak. Leg de bergjes ongeveer 5-6 cm van elkaar. Stop je vingers in een beetje bloem en druk met je vingers de bergjes tot platte cirkels van ongeveer 5 cm doorsnede.

Zet het bakblik in de oven en bak de koekjes 12 minuten. (In het oorspronkelijke recept staat 8-10 minuten. In mijn oven blijkt dit niet lang genoeg te zijn. De koekjes moeten net een beetje bruin beginnen te worden en net niet meer nat zijn.) Als je ze uit de oven haalt zijn de koekjes nog zacht, maar je moet ze wel met een spatel van het bakblik kunnen scheppen. Laat ze afkoelen op een rooster. Ze worden dan vanzelf hard.

2 Comments

  1. oke, ga ik proberen,
    ik heb nog een ‘wedstrijd’ lopen met collega over koekjes bakken…jaja, waar we ons druk over maken…

  2. Waar gaat de wedstrijd over? Wie de lekkerste koekjes kan bakken? Of wie het eerst zelfgebakken koekjes mee naar het werk neemt?
    Mijn collega’s waren deze week blij met de koekjes. Veertig koekjes in mijn eentje is toch een beetje teveel 🙂