Makkelijker dan dit kan bijna niet, maar het ziet er wel uit of je het bij de pâtiserie hebt gehaald. Het is een beetje een luxe appelflap. Als je het helemaal lekker wilt, serveer het taartje dan, als het nog warm is, met een bolletje vanilleijs.

Bladerdeeg is (naast filodeeg) de enige deegsoort die chefs (meestal) kant-en-klaar kopen. Het is lastig om zelf te maken en de groothandels en supermarkten verkopen vaak bladerdeeg van goede kwaliteit. Bladerdeeg bestaat uit laagjes deeg waartussen roomboter wordt aangebracht. Tijdens het bakken smelten de laagjes boter in het deeg. Het water uit de boter verdampt en veroorzaakt luchtophopingen tussen de deeglaagjes. De deeglaagjes verharden tegelijkertijd en behouden zo hun ‘opgeblazen’ vorm. De kwaliteit van het deeg wordt vooral bepaald door de kwaliteit van de roomboter die is gebruikt. 

Ingrediënten:
• 4 plakjes bladerdeeg • 3-4 fris zure appels (bijv. Elstar) • 30 g boter • poedersuiker of basterdsuiker • eventueel 1 eigeel • vanilleijs

Bereiding:
Verwarm de oven voor op 200 °C. Laat de plakjes bladerdeeg ontdooien op het aanrecht. Schil twee appels en snijd ze in stukjes. Doe de stukjes in een afgedekt glazen schaaltje en verwarm 2-3 minuten in de magnetron op 600W. Als het goed is kun je de appels nu tot moes prakken met een vork. Zo niet, zet de appels dan nog een minuutje langer in de magnetron. Prak de appels tot moes en laat deze moes wat afkoelen.

Pak een schoteltje (of iets anders ronds) dat net op het plakje bladerdeeg past. Leg het erop en snijd rondom het schoteltje een cirkel uit het bladerdeeg. Bekleed een bakplaat met bakpapier of aluminiumfolie en leg de vier cirkels op de bakplaat. Pak een mes en maak een aantal kerfjes in het deeg. Hiermee voorkom je dat het bladerdeeg ‘opblaast’. De lucht tussen de lagen kan zo beter weg.  

Je kan (dit is niet per se nodig) het deeg bestrijken met een losgeklopt eigeel. Dit vormt dan een laagje tussen het deeg en het puree. Wacht 1 minuut na het aanbrengen van de eerste laag en strijk er dan nog een laagje op.

Verdeel de appelmoes over de cirkels. Smeer uit tot een dun laagje. Gebruik hiervoor de achterkant van een eetlepel. Snijd de overgebleven appels in vieren, verwijder het klokhuis en snijd de appel in flinterdunne plakjes. Leg de plakjes in een mooie cirkel op de taartjes. Smelt de boter in de magnetron. Bestrijk de appelplakjes hiermee en strooi wat poedersuiker of bastersuiker over de taartjes. Bak de taartjes in 25-30 minuten goudbruin.

P.S. Je kunt natuurlijk ook één grote taart maken. Bij de groothandel hebben ze vaak rollen bladerdeeg.
P.S2 Door mijn poedersuiker zat kaneel. Je kan dit ook zelf over de taartjes strooien.