Nog steeds in de ban van mijn kleine bakvormpjes en geïnspireerd door de rabarbertaart die wij afgelopen zaterdag bij Erica aten, ben ik weer aan het bakken geslagen. Ik wilde geen kruimeldeeg maken deze keer, maar deeg met ei. Dat maakt het deeg wat zachter. Op het internet een recept opgezocht en de ingrediënten en oventemperatuur opgeschreven. Verder heb ik het recept niet echt gelezen, want hoe moeilijk kan het zijn?

Thuis heb ik het deeg gemaakt van de ingrediënten op mijn lijstje. Het werd alleen een beetje een klef prutje, dus  heb ik maar meer bloem toegevoegd totdat ik een mooi soepel deegje  had gekneed. Deeg uitgerold, in bakvormpjes gedaan, gevuld met de rabarber en gebakken in de oven. Maar wat klopte er nou niet aan het recept? Ik heb het nagekeken en kwam uiteindelijk tot de conclusie dat de bedoeling van het orignele recept was om een zachte cakebasis te krijgen met daarop de rabarber.  Mijn taartjes hadden een lekker knapperig cakekorstje en dat was eigenlijk ook heel lekker. Dus dit is gewoon een nieuwe variant!

Ingrediënten:
| bereidingstijd 15 minuten + 1 uur baktijd | 4 taartjes |
• 50 g suiker •  50 g zachte boter •  +/- 100 g zelfrijzend bakmeel •  1 ei •  snufje zout •  400 g rabarber •  2 zakjes vanillesuiker •  20 g suiker •  2 el custard

Bereiding:

Kneed van de ingrediënten van het bovenste rijtje een soepel deeg. De hoeveelheid zelfrijzend bakmeel is niet helemaal nauwkeurig, omdat ik het uit het pak erbij heb gedaan totdat het deeg niet meer plakte. Verwarm de oven voor op 150 graden.

Snijd de rabarber in stukjes en meng met de suiker en de custard. Verdeel het deeg in vieren, rol uit en bekleed de bakvormpjes. Verdeel de rabarber over de vormpjes en bak de taartjes een uur in de oven.